Als een ster

Bent u al eens bij Gaetano geweest?

Gaetano is de eigenaar van een pizzeria in onze stad. Zijn pizzeria is een van velen, de concurrentie is enorm. Velen bezorgen aan huis, snel en makkelijk. Sommigen hanteren spectaculair lage prijzen die een kleine ondernemer niet zou overleven. De locatie kon beter, is niet werkelijk centraal gelegen. Een mooi uitzicht of een terrasje is er niet. En dan heb ik het nog niet over de stapels aan diepvries pizza’s die bij de AH en elders goedkoper verkrijgbaar zijn. En dan heb ik het ook nog niet over de crisis in het algemeen.

Ondanks alles komen mensen bij Gaetano eten, is het restaurant in het weekend vol en moet de hele familie meehelpen.

Gaetano heeft iets met mensen. Noem het een gave. Iedereen die binnenkomt wordt gezien, werkelijk gezien. Iedereen wordt welkom geheten en dat op een manier die niet de geringste twijfel toelaat dat dit welkom van harte komt. Onder het eten neemt de baas de tijd om aan iedere tafel te informeren of alles naar wens is, vaak gaat hij even aan tafel zitten. Streng kan hij ook zijn, streng en kritisch. Alles wat de keuken verlaat ondergaat een laatste controle. Als het niet perfect eruitziet, gaat het gerecht onmiddellijk terug. Voor alles wat je niet op de kaart vindt moet je ook bij Gaetano wezen. Dan tovert hij gewoon iets voor je. Kinderen die op de kaart tevergeefs zoeken naar pannenkoeken, krijgen gegaranteerd een pannenkoek, misschien met een bolletje ijs.

Gaetano levert maatwerk. Niet omdat het moet, maar omdat hij het niet anders wil, omdat mensen die bij hem komen eten alleen het beste verdienen. En ze komen altijd terug. Voor het goede eten en voor alles andere.

Volgens mij zijn de producenten van de volgende Nespresso commercial bij Gaetano wezen eten. Dat kan haast niet anders.

En voor wie nu denkt:“ Ja leuk, maar wat heeft dit met de bibliotheek te maken?“ Dan zeg ik u vanuit mijn volste overtuiging:“ Alles!“

P.S. Het ontstaan van dit stuk is o.a. te danken aan Jeanine Deckers en haar blogpost van vandaag. Mijn bijzondere dank gaat aan haar zusje voor haar bijdrage.

Lente in Zuid-Beveland

Langverwacht. De lente. Natuurlijk is het de afgelopen dagen overal begonnen met lentezijn. Maar tijdens een dagje met de bibliobus, vandaag was het de biblioservicebus, zie en beleef je de seizoenen anders, zo ook de lente. Ik ervaar dat zo. Al reizende zie je de natuur veranderen, in kleine stappen. En omdat je een route wekelijks rijdt, iedere week langs dezelfde plekjes, zie je hoe alles geleidelijk en tegelijk onophoudend gebeurt.

Vandaag was weer zo’n dag. Zo’n dag van ‚de eerste keer de kachel uit‘, ‚de eerste keer de deur open laten staan‘ en het allerbeste ‚de eerste keer een koffietje op een terras bij het water‘. En ook al wordt het volgende week nog eens koud, ik hoorde iets van -10, zo’n dag als vandaag neemt niemand me weer af.

En terwijl ik dit zo schrijf denk ik, eigenlijk beleef je niet alleen de natuur en de seizoenen anders, je beleeft ook de mensen anders als je naar hen toe komt, in hun dorp, in hun gemeente, daar waar ze thuis zijn.

Postkaarten

Ik ben een grote fan van Borg de Nobel en haar werk. Ik had het er al eens eerder over.

Haar schilderijen zijn groots, indrukwekkend, speels, luchtig, verpletterend. Een schilderij van haar bevat hele boekdelen, haar verhalen kennen geen beperkingen in genre. Borg is meester van het hele palet. Poëzie op canvas.

Daarnaast tekent zij op haar unieke manier kaarten, setjes van kaarten, mannetjes zittend aan een tafel, mannetjes op de fiets, katten…. en allemaal hebben ze een torentje pakjes op hun hoofd. Liefdevol. Vertederend. Pakje voor pakje ingekleurd. Een cadeau voor iedereen die ze ontvangt.

Omdat ik de mannetjes en de katten al had, vroeg ik of het ook konijntjes konden zijn.

Vandaag kwamen ze. Ik zat al op de post te wachten. En hier zijn ze dan, de Vrolijke-Pasen-kaarten van Borg! Ik weet nog niet of ik ze ga versturen, of ik er afscheid van kan nemen. Wellicht bewaar ik ze ook gewoon in een doosje.

Vrolijke Pasen!

P.S. Voor wie nu de smaak te pakken heeft, kijk dan hier.

Olof Palme

Nee. Ik wist niet meer dat het 28 februari 1986 was geweest toen ik op tv de beelden zag van een plek midden in Stockholm waar Olof Palme die avond was vermoord.

Gisteravond kwam de herinnering, kwam alles weer terug toen de documentaire begon. De documentaire hield me in zijn ban, de persoon Olof Palme hield me in zijn ban. Ik wist dat het niet goed af zou lopen, toch hoopte ik, dacht ik, dat het wellicht deze keer anders zou kunnen gaan. Beter voor Zweden, beter voor ons allemaal, beter voor de strijd tegen racisme, geweld, oorlog, beter voor de strijd voor idealen. Maar het eindigde ook deze keer met blinde woede, haat en een kogel in de rug van een dappere en charismatische man met een visie. Uiteraard zijn er ook ja maar’s, ik kan ze al horen, want er zijn altijd ja maar’s, die horen er bij.

Ik zet ze vandaag op papier, mijn indrukken. Ik schrijf ze in mijn digitaal dagboek, omdat ik ze deze keer, zoveel jaren later, niet weer wil vergeten. Ik wil me blijven herinneren aan wat voor mij belangrijk is, aan die beelden die ik gisteren zag en aan die woorden die ik hoorde, ook aan die blikken van drie jongens, die zo op hun vader leken, en die haast geen woorden konden vinden. Ik wil zo nu en dan terugdenken aan die bescheiden en kwetsbaar witte kist die op een achtergrond van puur zwart uit een overvolle kerk werd gedragen en aan die laatste gedachte:‘ Vooroordelen komen niet voort uit weerzinwekkende theorieën maar uit het alledaagse leven.‘

Kleine wereld

Als Luza iets vertelt, luister ik altijd heel goed. Enkele dagen geleden had zij het op twitter over haar ‚Weltschmerz‘, later verscheen er ook een blog over. En ze twitterde iets dat mij raakte: ‚ik probeer mijn wereld klein te houden.‘

En ik antwoordde haar: ‚dat is precies wat ik probeer, iedere dag weer.‘

Luza kan dingen goed onder woorden brengen. Vandaag is het zondag 24 februari. Een dag dat ik weer aan haar woorden moet denken. En dan heb ik een verklaring voor het fenomeen dat ik een hele dag naar de vogels in mijn tuin kan kijken, terwijl dikke sneeuwvlokken vallen, en ik weet dat ik niets mis. En dat er verder ook niets hoeft. Ik houd mijn wereld klein. En ik geniet er van.

Onze buurt

… of onze stad of beter nog onze community. Daar wil ik het vandaag over hebben.

Er zijn voor de community, iets betekenen voor de community. Daar gaat het om. Ook in bibliotheekland. Een veel geciteerde meneer op dit gebied is meneer Lankes. Ik wil u zijn uitspraak dan ook niet onthouden:

‚Why in a library? Because that is the core of the library – not the collection – idea creation and knowledge generation. Those books and stacks, and printers, and bathrooms, and study rooms, and tape players, and microfiche readers are just tools to get at what librarians are really supposed to be doing…helping the community create knowledge and know itself.“

Zo. Die zit. Vooral de laatste woorden.

Ik vind dat meneer Lankes gelijk heeft. Maar zijn uitspraak geeft veel ruimte aan de meest uiteenlopende interpretaties en invullingen. Want wat helpt de community? Wat heeft de community nodig? Waar heeft de community behoefte aan? Als je dat aan 10 mensen vraagt krijg je volgens mij 12 verschillende antwoorden.

Dat maakt het ingewikkeld, ook al beweren stemmen dat het helemaal niet moeilijk is.

Open access
is het toverwoord! Onbeperkt en drempelloos toegang bieden tot kennis en het vergaren van informatie, overal en voor iedereen.

Ik vind dat dit, naast b.v. het recht op vrije meningsuiting en een vrije pers tot de grondrechten van iedereen geteld mag worden. Maar stel nou dat je middels een representatieve steekproef onderzoek deed over de primaire en meest nijpende behoeftes binnen je community zou je dan onder de top tien de roep naar ‚open access‘ vinden?

Mijn voorstel is, dat we beter kunnen beginnen met een open en free access tot de bibliotheek zelf, als we het toch al over drempelloos hebben. Geen of een duidelijk verlaagde contributie voor volwassen leners, het afschaffen van boetes (of verhoogd leengeld) die niet meer van deze tijd zijn. We verliezen dagelijks leners omdat ze zich de jaarlijkse contributie niet meer kunnen veroorloven.

En laten wij toch, als we voor meer vrijheid willen vechten door middel van projecten, dit doen voor het gros van onze community en niet voor een minderheid.

De vrijheid van velen binnen onze community wordt bedreigd. Werkloosheid bedreigt de persoonlijke vrijheid. De wereld van chronisch zieken, gehandicapten en ouderen die het met steeds minder financielle steun en professionele hulp moeten doen wordt kleiner. Steeds meer mensen glijden af in armoede, ook in onze community. Het aantal mensen die gedwongen zijn naar de voedselbank te gaan stijgt wekelijks. En deze problemen hebben niets te maken met een gebrek aan informatie.

Ik had het onlangs in een reactie op een stuk in het Bibliotheekblad over ‚loopgraven gegraaf‘ en ik sta er nog steeds achter. Er heerst een loopgravenoorlog binnen en zeer zeker buiten de biblioheek. En er vallen slachtoffers, iedere dag, gewoon bij ons om de hoek.

Ik heb het er niet over dat we dingen wel of niet moeten doen, niet over de keuze voor stilstand tegenover vooruitgang, ik heb het over de volgorde van ontwikkelingsstappen en over prioriteiten. Daarbij vind ik de vraag ‚helpt een plan/een project/een lab wel of niet de levenskwaliteit binnen onze community te verbeteren‘ gerechtvaardigd.

Als we nu meneer Lankes serieus nemen, zijn iedeeën omarmen en in dienst willen treden van onze locale community, zouden we, om te beginnen, dichter aan moeten sluiten bij deze community. Samen sterk en samen beter werkt alleen in het verband, werkt alleen als je naast iemand loopt of toch tenminste in de buurt blijft en niet kilometers voorop loopt.

Maandagen met Sjaak

Wellicht denken jullie zo nu en dan: ‚Wat heeft zij toch altijd met die bibliobussen? Wat is daar nou zo bijzonder aan?‘

Vandaag was weer zo’n busdag en ik had mijn fototoestel mee…