Author Archives: fabje
Vrijdagochtend half tien
Canto’s
Ik houd van de oude boeken in ons magazijn. Had ik dat al eens verteld? Als ik aan het magazijn denk of de enkele keren dat ik in het magazijn kom, dan moet ik altijd aan de Heilige Graal denken, aan iets wat beschermd moet worden, waar we over dienen te waken. En ik denk ook aan een geheimzinnige plek met mysterieuze krachten. Ik heb een levendige fantasie.
Een bijzonder boek dat ik er ooit vond en dat ik nu voor de tweede keer heb ‚opgegraven‘ omdat ik het op een woensdag in het kader van poëzie op woensdag erover wilde hebben, heet ‚Ezra Pound in Italy – from the Pisan cantos‘, uitgegeven bij Rizzoli, New York in 1978. Een prachtig boek. Een kunstboek. Minimalistisch. Delen uit canto’s afgewisseld met het markante handschrift van Pound, af en toe een lege bladzij en foto’s. Adembenemende zwart-wit foto’s , sfeerfoto’s, foto’s van Ezra Pound, foto’s van plaatsen die hij bezocht, zeldzame foto’s van o.a. Venetië.
Hier een kleine selectie uit de canto’s:
well, my window
looked out on the Squero where Ogni Santi
meets San Trovaso
things have ends en beginnings
(Canto LXXVI)Does D’Annunzio live here?
said the american lady, K. H.
< I do not know > said the aged Veneziana,
< this lamp is for the virgin>
(Canto LXXVI)and the Canal Grande has lasted at least until our time
(Canto LXXVI)
(Photographs by: Vittorugo Contino)
Florian
Ik ben een caféganger, eigenlijk. Maar dan niet van zomaar een café. Vroeger had ik hier zo’n café. Het is er nog steeds, maar na jaren is het van eigenaar veranderd, is het verbouwd, is het… anders. Mijn café zoals het vroeger was, bestaat er voor mij niet meer. Het was mijn tweede thuis. Ik kwam er graag. Wat het precies was dat het verschil maakte tussen zomaar een café en mijn café is moeilijk te zeggen. Het was een gevoel dat ik onmiddellijk had toen ik er voor het eerst binnenstapte. Thuis.
Als ik ergens anders ben, op vakantie bijvoorbeeld, overvalt me af en toe tijdens een cafébezoek een vergelijkbare sensatie. Café Florian in Venetië is zo’n café. Het is een stuk geschiedenis, symbool en getuige van een vergane glorie en een ver verleden. Terwijl het op het San Marco-Plein druk en warm en overbevolkt en wemelend van de toeristen en duiven is, is het bij Florian binnen stil, verfrissend koel, ietwat donker, een oase van rust en een moment van even helemaal weg zijn van alles. Je hoort er niet meer bij wat zich buiten afspeelt, je bent slechts toeschouwer, je hebt een logeplaats in een theater. Het is net een tijdreis, en het zou je niets verbazen als er opeens Goethe, Casanova of Proust aan het tafeltje naast je plaats zouden nemen. Op de balie bij de ingang ligt een prachtig boek te koop over de lange geschiedenis van het etablissement. Als ik in Venetië ben, ga ik elke middag bij Florian een koffie verkeerd drinken, een ritueel en een feest als je ziet hoe zo’n simpele koffie geserveerd kan worden. En dan blijf ik daar gewoon en tijdje zitten en naar de wereld buiten kijken en naar de muziek luisteren van het orkestje…
Krantenkoppen
Er wordt veel geschreven en gedacht en gezegd en gemijmerd over bezuinigingen. Ik dacht dat ik al zo’n beetje alles wat er daarover te zeggen viel gelezen had, totdat ik dit stukje las in onze locale krant.
Bezuiniging bibliotheek treft leden. Ach! Je verwacht het niet. Maar als je verder leest kom je de fijnheden te weten, namelijk dat de bezuinigingen in ons geval voornamelijk onze leden treffen. Zij worden dus de dupe van een… ja, van wat voor soort bibliotheek eigenlijk?
Volgens statenlid Paul Colijn van de ChristenUnie, zo lezen we verder, blijft de organisatie ‚qua omvang en personeel vooralsnog feitelijk gelijk‘. En hij komt dus tot de conclusie dat hier iets niet klopt, niet in balans is, onevenredig is. ‚Onevenredig‘ vind ik persoonlijk een mooi woord, net zoals de synoniemen ervan… ‚asymmetrisch‘ of ‚disproportioneel‘. Onevenredig straalt kracht uit, rechtvaardigheid, een moreel standpunt, normen en waarden. Kortom alles wat bij ChristenUnie past omdat het betamelijk is.
Ware het niet dat de analyse van meneer Colijn en dientengevolge ook zijn conclusies veraf staan van iedere realiteit. En dan komen we bij het punt waarop het voor mij als deel van het personeel pijnlijk en kwetsend en onevenredig wordt.
Feit is dat we als organisatie qua ruimte en omvang gaan krimpen. We gaan samenwonen met SCOOP, mede als antwoord en gevolg op de bezuinigingen. De gehele tweede verdieping gaat in de nasleep daarvan voor de bibliotheekfunctie van het gebouw wegvallen. En ook wat de personele gevolgen betreft heeft meneer Colijn het helaas mis. Collega’s die al vele jaren via een uitzendbureau in de bibliotheek werkzaam zijn, zijn de eersten die niet meer betaald kunnen worden. Vacatures die vrij worden omdat een collega na 25/30 jaar met welverdiende pensioen gaat, worden niet meer ingevuld. Medewerkers die best nog een tijdje hadden willen en kunnen werken worden bemoedigd om te overwegen dat toch eerder te doen… Ontslag is op veelvuldige manier mogelijk, ontslag kan direct en frontaal of op subtiele wijze. Werkomstandigheden en werkdruk kunnen in verband met bezuinigingen en reorganisaties zodanig veranderen en op scherp gezet worden dat mensen uit zichzelf ontslag nemen. Is dat socialer? Is dat minder pijnlijk? Is dat evenredig? Ik denk van niet.
Maar je hoort eigenlijk weinig klagen… niet zeuren, maar doorgaan! Ook met minder middelen en minder personeel de dienstverlening zo goed mogelijk in stand houden. De klant is en blijft koning!
En dan lees je zo’n artikel, en dan besluipt je een beetje het gevoel dat je je eigenlijk moet schamen. En je weet eigenlijk zeker dat dat niet zo is. De onzekerheid over de toekomst van bibliotheken is groot. Niemand weet hoe het op langere termijn verder gaat en wat we om uberhaupt te kunnen overleven nog aan veranderingen en aanpassingen moeten ondergaan. Niemand heeft DE oplossing. Alleen wat ik zeker weet is dat het ventileren en verspreiden van meningen zoals bovengenoemde contraproductief zijn, en voor de leden en voor de bibliotheek.
Poëzie op woensdag, dl.6
DE HANDELING VAN HET BOEK
Onder de boeken van de bibliotheek was er een, in het Arabisch geschreven, dat een soldaat voor een paar duiten had verkregen in de Alcana van Toledo en dat de oriëntalisten onbekend is, behalve in de Spaanse versie. Het was een magisch boek dat op profetische wijze de verrichtingen en gezegden vermeldde van een man vanaf zijn vijftigste jaar tot aan de dag van zijn dood, die zou plaatsvinden in 1614.
Niemand zal dat boek vinden, dat verging tijdens de befaamde verbranding op last van een pastoor en een barbier, persoonlijk vriend van de soldaat, zoals in het zesde hoofdstuk staat geschreven.
De man heeft het boek in handen gehad en nooit gelezen, maar hij heeft tot in details de weg afgelegd die de Arabier had gedroomd, en hij zal die altijd blijven afleggen, want zijn avontuur maakt inmiddels deel uit van het lange geheugen der volkeren.
Is die fantasie soms vreemder dan de voorbeschikking van de islam die èèn God aanneemt, of dan de vrije wil, die ons de verschrikkelijke macht geeft de hel te kiezen?DE RECHTVAARDIGEN
Een man die zijn tuin verzorgt, zoals Voltaire voorstond.
Wie waardeert dat er op aarde muziek is.
Wie met plezier de wortel van een woord ontdekt.
Twee bedienden die stil zitten te schaken in een cafè in Sur.
De pottenbakker die een kleur en een vorm bedenkt.
De zetter die zich uitslooft voor deze bladzijde, die
hem wellicht niet zint.
Een vrouw en een man die de laatste terzinen van een
bepaald canto lezen.
Wie een slapend dier aait.
Wie een kwaad hem aangedaan rechtvaardigt of
wil rechtvaardigen.
Wie blij is dat er op aarde een Stevenson is.
Wie liever heeft dat anderen gelijk hebben.
Die personen, die elkaar niet kennen, houden de wereld
in stand.
(Jorge Luis Borges, Het geheimschrift en andere gedichten, De Bezige Bij 1999)
Poëzie op woensdag, dl.5
En naast het vuur zwijgt een man
die op zoek ging naar zichzelf
en hem helaas heeft gevonden.Ik
ik, die bij gebrek aan beter
dan maar mezelf zijnde: een soort
De Slegte voor tweedehandse
onverkochte emoties,ik kwam jou tegen, je was zo lief
voor mijn melancholie, dat soort
reuma van het gevoelsleven,
maar als ik het warmhield,
bijvoorbeeld in jouw armen,
viel het best te harden.eigenlijk pasten we zo mooi bij elkaar
dat ik sinds je weggaan een derde
ben geworden.
ik herinner me nu na 2 jaar nauwelijks wie het is
die jou mist
(Herman de Coninck)
Deze stukjes en nog veel meer zijn te vinden in ‚Taal zonder mij‘, een stil en ontroerend mooi boek van Kristien Hemmerechts over de Vlaamse dichter Herman de Coninck. Het boek is verschenen bij Uitgeverij Atlas, 1998. Heel bijzonder en zeker een aanrader is ook de gesproken versie door Kristien Hemmerechts, haar stem blijft nog lang na het beluisteren in je hoofd…
Challenges
Toen ik enkele maanden geleden mijn Nike+GPS sportwatch had gekocht, wist ik dat ik de mooiste sportwatch mijn eigen kon noemen die er was. Het was liefde op het eerste gezicht. Ze voelde goed, niet te groot, niet te zwaar, en ze is nu mijn loopmaatje, mijn buddy. Na afloop van een training geeft ze dan ook altijd een ’schouderklopje‘, applaus, high five… zoiets. Ze is makkelijk in gebruik, wat voor mij niet onbelangrijk is, en ze onthoudt voor mij alles tot in het kleinste detail. Hardlopen werd nog leuker dan het sowieso al was. Dat is op zich al heel veel, meer dan genoeg eigenlijk, eigenlijk…. maar er is nog meer!
Begin van het jaar las ik voor het eerst iets over challenges, oh wat klinkt dat leuk, veel leuker dan wedstrijden. Challenges klinkt meer naar uitdaging, motivatie en vooral naar plezier, en dat is het ook. Opeens ren je, ook al ren je zoals altijd in je uppie, in een team, voor een team en tegen iemand anders. Ondertussen doe ik mee aan drie challenges:
1. Fantastic Four vs Friends #FFVSF De Fantastic 4 zijn uiteraard Leonie, Martine, Ritchie en Richard , allemaal op weg naar de Spartathlon 2012
2. #LoveZeeland , een challenge gestart door Ralph Gillissen
3. NL Provincie Showdown
En wat misschien ingewikkeld lijkt is zo simpel als wat. Ik sluit mijn Nike+ aan mijn computer (via USB), de gegevens werden geupload en bij alledrie de challenges opgeteld.
En als nu iemand denkt… EN? Dan zeg ik… FUN!! O ja, zo’n challenge duurt een jaar. Dan pas weten we wie de meeste kilometers in 2012 heeft gelopen.
P.S. Wat te doen als maar één van de twee zo’n gezellige sportwatch heeft? Nou dan bestel je toch voor de ander ook zoiets leuks! Tralalalalaaaa…
Poëzie op woensdag, dl.4
Vandaag kan ik moeilijk een keuze maken. Ik heb nog een gedicht van Toon Tellegen, uit hetzelfde boekje als afgelopen week, dat ik hier heel graag wil delen. En ik las vandaag weer heel toevallig iets in de bibliotheek, deze keer van Remco Campert, wat mij zo toepasselijk lijkt als ik naar buiten kijk. Want dan schiet mij een woord onmiddellijk te binnen en dat is ‚wisselvallig‘.
Vervolgens dacht ik, ik hoef helemaal geen keuze te maken. Ik kan allebei de stukjes hier aan jullie presenteren en tegelijkertijd voor mezelf bewaren. Geen regeltjes, geen beperkingen op mijn eigen blog of zoals Edwin zijn credo zo mooi formuleert: ‚Ophouden met inhouden‘.
Dus daar gaan we. Ik begin met Tellegen en daarna komt nog een klein beetje Campert.
Kleine oorlogen
Er bestaan kleine oorlogen,
die niet met het blote oog zichtbaar zijn.Verstandige mensen doen alleen aan zulke oorlogen mee
als ze er de tijd en de vertwijfeling voor vrij kunnen maken.Kanonnen bulderen maar wat
en kogels dwarrelen doelloos op doelwitten af.Niemand geeft bevelen,
niemand trekt zich overhast en in wanorde terug.Gewonden verbinden hun eigen wonden,
kermen zachtjes of onhoorbaar, doen hun eigen haar weer goed.Vijanden zijn eigenlijk vrienden,
graven zich stroef en onopvallend in.Zulke oorlogen zijn te klein om invalide van te raken
of aantoonbaar dood van te gaan.Ze eindigen nooit of hooguit met een vrede
die niet noemenswaardig is.Ze geven pijn en verstrooiing,
alleen de pijn is groot.
(Toon Tellegen, Minuscule oorlogen, Gedichten, Querido 2004)
En nu dus Remco Campert…
PRACHTIG lag het landschap erbij. Mooi van sfeer.
Het frisse groen en tegen de berghellingen de
dorpjes. Enig!
Net…
Net speelgoed.
C. nam zich voor hier vaker te komen.
Hé, jammer, nu kwam er een wolk voor de zon
en meteen zag het landschap er anders uit.
Somber.
Dreigend.
De dorpjes eenzaam, verloren…
Hier zagen ze C. niet meer terug.
(Remco Campert, Schrijversleven, De Bezige Bij 2004)
Tot volgende week woensdag of misschien eerder.