A Christmas Carol

Bij een winterstad horen wintersprookjes.

De beste verhalenvertellers worden bijeen geroepen om hun verhalen voor te dragen. Het publiek zit ademloos te luisteren. Sommige mogen uitleg vragen als ze passages niet goed kunnen begrijpen. Sommigen proberen de verhaallijn te onderbreken of het verhaal zelfs anders te doen verlopen.

Maar wat een goede verhalenverteller is die gaat onverstoorbaar voort.

Ben was er vandaag niet. George moest het van hem overnemen. En dat was maar goed ook. George heeft een mooie, melodieuze stem, rustig en geloofwaardig, altijd, net zoals een dominee, zo’n stem. Hij spreekt vloeiend, met de juiste intonatie. Ook dat onderscheidt hem van andere vertellers die hakkelend, stuntelend over hun eigen zinnen struikelen alsof ze onvoorbereid aan deze verhalencompetitie deelnemen en hun verhaal pas ter plekke verzinnen. Amateurs zijn het. Zoiets zou George nooit overkomen. Geen pauze, geen ademhaling, geen gebaar, geen humorvolle opmerking is toevallig. Dat is klasse.

George vertelt het verhaal over een bibliotheek, een lang verhaal om het kort te maken. Een moeizame weg, heel moeizaam en moeilijk. Hij vat het nog eens samen voor de luisteraars: Een directeur ging, een eerste interim kwam (met wie veel werd gepraat), een tweede interim kwam (met wie nauwelijks werd gepraat) en nu een derde. George last een bijna onhoorbare zucht in, een mannelijke zucht op het juiste moment mist zijn doel zelden. En nu, zo vervolgt hij, is hij eindelijk gerust gesteld, enigszins.

En dan de brief!

Hij heeft de ongedeelde aandacht van alle aanwezigen, want hier gaat het om, hier heeft iedereen op gewacht.

Zonder herkenbare emotie laat George gouden munten met een waarde van 10 miljoen, 10 MILJOEN!, voor de ogen van iedereen, ook aan diegenen die thuis aan de buis gekluisterd zitten, verschijnen. Even een stilte. En dan de definitieve beslissing:

Onaanvaardbaar.

Natuurlijk is dat niet het einde. In een sprookje kan immers alles. Dus we gaan de derde stap voor de eerste doen. Iedereen een racefiets en met een razend tempo bergafwaarts, volgend jaar komen dan, misschien, de zijwieltjes ter ondersteuning. En als de nieuwe tijdrijders op weg naar beneden alvast een visie willen ontwikkelen?

De laatste zinnen hoort niemand meer, in ieder geval komen er geen vragen over. Iedereen lijkt, gelijk insecten, aan de kostelijke zoetigheid van de neergelegde miljoenenpollen vast te plakken. Zalig. Wat een onverwacht cadeautje van de verhalenmeester. Wat is het smullen.

En omdat Ben er nu toch niet is, is ook zijn verhaal en de vragen rond zijn verhaal eigenlijk alweer vergeten. Bijna vergeten. Éen of twee onverbeterlijke weten het nog, zij kunnen verhalen langer onthouden dan anderen. Maar goed, eerst komt nog pakjesavond en dan is het Kerst en dan wenst iedereen elkaar een gelukkig en voorspoedig enz.. En dan is het weer tijd voor nieuwe verhalen, andere verhalen, want je kunt en je mag niet in het verleden blijven hangen. Je moet vooruitzien, doorgaan, nieuwe visies nieuwe kansen. Een aantal van de verhalenvertellers ging dan ook direct door naar de volgende ronde ‚Zeeland 2040‘. Toekomstgericht en eensgezind. Overigens durf ik voor de nabije toekomst ongekend veel wielerverhalen te voorspellen.

Enfin. Een verhaal heeft een begin, een midden en een einde. George had een mooi einde bedacht.

‚Het komt tot een einde. Of het een goed einde wordt, weten we nog niet. Maar het komt tot een einde.‘

Schreibe einen Kommentar

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert