Jeroen de Boer en Joost Heessels publiceerden 19 november jongstleden, na een beknopte analyse van de strijd tussen de paradoxale werelden van behoudende en agile collega’s binnen het universum dat bibliotheken heet, een gewaagd en moedig voorstel:
Daarom doen we een verregaand voorstel: wordt 1 januari 2014 een nieuwe start met een zogenaamd level playing field? Alle contracten van medewerkers van openbare bibliotheken worden ontbonden en omgezet in een tijdelijk jaarcontract. Op basis van vastgestelde competenties krijgt iedereen gelijke kansen een loopbaan binnen de openbare bibliotheken van de 21e eeuw op te bouwen. We zijn benieuwd naar jullie kijk op het door ons geschetste beeld. Hebben we een punt?
Hebben ze een punt? Natuurlijk hebben ze een punt.
En nog iets anders trok mijn aandacht.
In een tweet van Jeroen constateerde hij, dat hij het ernstig vond dat sommige collega’s aangaven dat ze niet op zijn stuk durfden te reageren…
Vooral voor deze laatste opmerking ben ik Jeroen dankbaar, omdat ik al een poosje mijn twijfels had of ik niet misschien alles verkeerd zag, alles verkeerd begreep. Als iedereen zwijgt, zelfs als duidelijk is dat je baan, je toekomst op het spel staat, als je niet reageert op het moment dat duidelijk wordt dat het menens is, als vakbondcollega’s die tot actie oproepen in hun eentje blijven staan en in stilletjes spandoeken moeten verwijderen, omdat alles politiek is, omdat het allemaal dingen zijn waar wij als eenvoudige zielen ons absoluut niet mee moeten bemoeien, dan vind ik dat inderdaad ernstig.
Maar we blijven stil en gehoorzaam. Bang. Dat ook. Het is een kwestie van opvoeding. Als je een kind leert dat ‚ie zich niet in gesprekken van volwassenen moet mengen, als je een kind leert dat ‚ie nergens verstand van heeft, dan wordt dat op een gegeven moment zijn tweede natuur. En zo’n kind praat pas als ‚ie gevraagd wordt, en dan komt er meestal niets meer uit.
De angst is groot. Zeker in tijden van grote veranderingen, grote onzekerheiden en een kaalslag als gevolg van bezuinigingen. En opeens is de navraag groot aan innovatieve, creatieve, agile (bibliotheek)mensen, mensen die het roer om kunnen gooien, die meewerken, mee ontwikkelen, mee gaan, verder gaan, aanvoerders, leiders…. mensen die durven!!
En daar zit je dan met je ‚behoudende‘ collega’s. Zijn zij schuld aan de misere?
Ik heb mijn twijfels.
Als we het al over schuldigen willen hebben, dan moet je deze mijn inziens op een heel ander en veel hoger niveau zoeken, namelijk op managementniveau. Hier zaten en zitten bovenmatig goed betaalde mensen die de afgelopen jaren innovaties bevorderden of tegenhielden, mensen met vernieuwende ideeën de ruimte gaven binnen hun organisatie of de ruimte lieten om te gaan, mensen die medewerkers konden motivieren en stimuleren of met een hoofschudden het zwijgen konden opleggen, mensen die de kwaliteiten van hun medewerkers konden zien en naar boven halen of mensen die het liever hadden over bevoegdheden en regels en status quo. Op managmentniveau zaten en zitten diegenen die toekomstvisies mee hielpen bouwen of verwierpen, in laadjes stopten of in werkgroepen over de jaren heen dood praatten.
En al diegenen die al jaren verantwoordelijk zijn voor het feit dat wij als bibliotheek de trein gemist hebben, vooropgezet dat de hele ontwikkeling die we nu meemaken had kunnen worden voorkomen, zijn bizar genoeg ook in tijden van crisis diegenen die geen cent inleveren en ook niet bang hoeven te zijn voor een onzekere toekomst. Want managers zijn altijd gevraagd. Crisismanagers, projectmanagers, fusiebegeleiders verlaten met gevulde zakken het slachtveld.
Ik zit zelf nog niet lang in de branche, slechts 10 jaar, dat is eigenlijk niets vergeleken bij de meeste collega’s. En ik vraag me af, wanneer precies ben je eigenlijk een agiel en wanneer een behoudend type? Wie bepaalt dat? Waar is de grens? Zijn de grenzen niet vloeiend? Heeft niet iedereen een beetje van allebei?
Naïef als ik ben, zie ik mezelf eerder als een agile bibliotheekmedewerker, agiel binnen mijn mogelijkheden. En als ik nu meega in het denken in termen van ‚wij‘ en ‚zij‘, denk ik in eerste instantie dat ‚wij‘ wellicht niet overtuigend of inspirerend genoeg waren. Dat ‚wij‘ misschien onze ‚behoudende‘ collega’s of de nodige tijd niet hebben gegund of het nodige vertrouwen niet konden geven om oude structuren los te laten. Kortom dat ‚wij‘ nog beter ons best moeten doen.
We leven in een harde wereld. Alles is opeens een keuze. Oud zijn is een keuze, ziek zijn is een keuze, werkloos zijn is een keuze. Eigen keuze betekent eigen schuld en eigen risico. Niemand die de verantwoordelijkheid hoeft te nemen behalve het individu zelf.
Het zou volgens mij een mooie keuze van bibliotheken op zoek naar een nieuwe identiteit en een nieuwe rol binnen de maatschappij kunnen zijn, om juist hier het voorbeeld te geven voor een humane en sociale aanpak. Laten we zien dat wij wel verantwoordelijkheid nemen voor anderen, ook voor collega’s. Laten wij een toekomstplan ontwikkelen waarin iedereen een plek heeft en een rol kan spelen, iedereen naar zijn vermogen en zijn vaardigheden. Iedereen zijn waarde. Dat zou pas vooruitstrevend en uniek zijn. Dan hadden we eindelijk iets waarin wij uit konden blinken.
En nee, als we dit doel kunnen bereiken, dan ben ik er haast zeker van dat we niet een beetje dood gaan van binnen. En anders? Anders zijn we al een beetje dood.
Een blogpost om te herlezen!
Prachtig verwoordt.
Wow! I’m in!
HEAR HEAR !!!!
Het stond al te lang in mijn favorieten. Wat een treurig maar prachtig verwoord verhaal. Alles is een keuze in deze tijd, jij hebt in ieder geval de goede keuze gedaan, het mooi te verwoorden. Sterkte!