Poëzie op woensdag, dl.6

DE HANDELING VAN HET BOEK

Onder de boeken van de bibliotheek was er een, in het Arabisch geschreven, dat een soldaat voor een paar duiten had verkregen in de Alcana van Toledo en dat de oriëntalisten onbekend is, behalve in de Spaanse versie. Het was een magisch boek dat op profetische wijze de verrichtingen en gezegden vermeldde van een man vanaf zijn vijftigste jaar tot aan de dag van zijn dood, die zou plaatsvinden in 1614.
Niemand zal dat boek vinden, dat verging tijdens de befaamde verbranding op last van een pastoor en een barbier, persoonlijk vriend van de soldaat, zoals in het zesde hoofdstuk staat geschreven.
De man heeft het boek in handen gehad en nooit gelezen, maar hij heeft tot in details de weg afgelegd die de Arabier had gedroomd, en hij zal die altijd blijven afleggen, want zijn avontuur maakt inmiddels deel uit van het lange geheugen der volkeren.
Is die fantasie soms vreemder dan de voorbeschikking van de islam die èèn God aanneemt, of dan de vrije wil, die ons de verschrikkelijke macht geeft de hel te kiezen?

DE RECHTVAARDIGEN

Een man die zijn tuin verzorgt, zoals Voltaire voorstond.
Wie waardeert dat er op aarde muziek is.
Wie met plezier de wortel van een woord ontdekt.
Twee bedienden die stil zitten te schaken in een cafè in Sur.
De pottenbakker die een kleur en een vorm bedenkt.
De zetter die zich uitslooft voor deze bladzijde, die
hem wellicht niet zint.
Een vrouw en een man die de laatste terzinen van een
bepaald canto lezen.
Wie een slapend dier aait.
Wie een kwaad hem aangedaan rechtvaardigt of
wil rechtvaardigen.
Wie blij is dat er op aarde een Stevenson is.
Wie liever heeft dat anderen gelijk hebben.
Die personen, die elkaar niet kennen, houden de wereld
in stand.
(Jorge Luis Borges, Het geheimschrift en andere gedichten, De Bezige Bij 1999)

One thought on “Poëzie op woensdag, dl.6

Schreibe einen Kommentar zu Dina-Anna Antworten abbrechen

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert