Poëzie op woensdag, dl.3


Ik ben een grote bewonderaar van Toon Tellegen, vooral van zijn dierenverhalen. ‚Misschien wisten zij alles‘, 313 verhalen over de eekhoorn en de mier en de andere dieren, vind ik een meesterwerk.
Maar Toon Tellegen schrijft ook gedichten. Mijn keuze voor mijn wekelijkse dosis poëzie viel op

Men moet

Men moet altijd enigszins verdrietig zijn,
anders is men verloren,

maar men moet wel een beetje verloren zijn –
van het reddeloze soort –
anders zou men alleen maar gelukkig zijn,

toch moet men ook gelukkig zijn,
zo maar gelukkig kunnen zijn,
in alle staten van geluk,

anders zou men maar verdrietig zijn,
enigszins verdrietig
altijd.

(uit: Toon Tellegen, Minuscule Oorlogen (niet met het blote oog zichtbaar), Gedichten, Querido, 2004)

De held van hiernaast

Hij heeft altijd tijd. Nooit heeft hij haast. Nooit is hij druk druk druk. Nooit in een slecht humeur. Als je hulp nodig hebt, staat hij voor je klaar. Niets is teveel, alles kan, vanzelfsprekend.
De hele maand december frutselt en knutselt hij met en voor zijn kleinkinderen voor een uniek een onvergetelijk kerstfeest. De stoere jongens zijn buiten, de meiden binnenshuis bezig. Er wordt een kerstkamer aangebouwd, een klein dorp op een helling bedekt met sneeuw en lichtjes, overal lichtjes, binnen en buiten.
En dan, vlak voor de feestdagen nog meer lichtjes, maar deze keer geen vrolijke, vroeg in de ochtend de lichtjes van een ambulance. En zijn eerste gedachte ’nu heb ik alles verpest, verpest voor iedereen.‘
De artsen zeggen dat het lang gaat duren. De artsen zeggen dat ze geen weken bedoelen maar maanden. Hij moet alles opnieuw leren. En onder tranen begint hij te knokken, te knokken en te vechten, want dat heeft hij altijd gedaan. Volgend jaar wil hij alles over kunnen doen, mooier nog dan dit jaar.
Hij is een Rotterdamse jongen, hij is een held. En hij woont hiernaast.

Poëzie op woensdag, dl.2

Is het vandaag of gisteren

Is het vandaag of gisteren, vraagt mijn moeder,
bladstil, gewichtloos drijvend op haar witte bed.
Altijd vandaag, zeg ik. Ze glimlacht vaag
en zegt: zijn we in Roden of Den Haag?
Wat later: kindje ik word veel te oud.
Ik troost haar, dierbare sneeuwwitte astronaut
zo ver al van de aarde weggedreven,
zo moedig uitgestapt en in de ruimte zwevend
zonder bestek en her en der.
Zij zoekt – het is een s.o.s. –
haar herkomst en haar zijn als kind
en niemand niemand die haar vindt
zoals zij was. Haar franse les
herhaalt zij van haar achtste jaar:
‚bijou, chou, croup, trou, clou, pou, où,
die eerste juffrouw, weet je wel
die valse ouwe mademoiselle
hoe heet ze nou. Ik ben zo moe.‘

Had ik je maar als kind gekend,
die nu mijn kind en moeder bent.

(M. Vasalis)

Spijkenisse

Ik had het geheim gehouden, het feit dat ik op zondag 18 december mijn eerste halve marathon wilde lopen. Niet omdat het een geheim was, maar omdat ikzelf heel erg onzeker was of het wel allemaal ging lukken. Er was al eens eerder een datum geprikt… de halve marathon van Eindhoven, maar ik was ziek en kon niet starten. De afgelopen maanden was ik, zachtjes uitgedrukt, niet op mijn best. Dat betekende, dat ik minder kon trainen, voor kleinere afstanden moest kiezen en alles rustig en langzaam moest doen, allang blij dat ik dat weinige uberhaupt nog kon en mocht doen. Maar voor mijn geloof in mezelf als een hardloopster op weg naar New York waren deze laatste weken contraproduktief. Ik zag mijn mooie doelen door mijn handen glippen en de volgende stap, de volgende mijlpaal, leek steeds verder en verder weg.
Maar mijn coach en eega bleef in me geloven. Toen ik zaterdagavond al een beetje zenuwachtig werd, zei G. ‚we gaan morgen gewoon een lekkere duurloop samen doen zoals vaker in het weekend.‘ O.k., dat klonk goed. Dat kon ik wel.
Bij aankomst was het eigenlijk nog best mooi weer, maar wel koud. Wat was ik blij met mijn handschoenen die ik nog een dag eerder van G. had gekregen. Ze bleken geen overbodige luxe te zijn.
Voordat het dan eindelijk moest beginnen, snel nog een banaan…

… en gefriemel met mijn startnummer (let vooral op de voeten:-))

Wachtend op het startschot op de mooie atletiekbaan van Spark, dankbaar voor een waterig zonnetje, zei ik nog tegen G. ‚als het zo blijft, kunnen we blij zijn‘. Achter ons schudde een meneer glimlachend van ’nee‘, hij had namelijk op de buienradar gekeken en gezien dat er nog een bui in aantocht was.
Ergens tussen km 3 en km 4 was het dan zover. Inktzwarte lucht, donder en bliksem, heeel dichtbij, en hagel, heel veel hagel en een harde wind, die me bijna volledig het zicht nam. Ik oriënteerde me alleen nog aan G.’s schoenen, wellicht zo’n 20 minuten lang. Zonder te praten en zonder naar hem te kijken wist ik dat mijn begeleider dacht ‚ze gaat zo stoppen. Nog even en ze houdt het voor gezien‘. Maar ik hield vol.
Na een tijdje werd het droog, en weer een tijdje later kwam het zonnetje te voorschijn en werd het heerlijk loopweer. En toen begon dan ook eindelijk onze gezellige duurloop samen, onze weekendloop! En het was genieten!
Alleen het laatste stukkie deed pijn, maar dan echt pijn. Met een engelengeduld praatte mijn coach me de laatste 2 km naar de finish. Je kan het, ik weet dat je het kan! En wat was dat moment onbetaalbaar, nog een half rondje over de atletiekbaan, nog een piepklein sprintje en over de finishlijn in 02:24:32. Het is geen snelle tijd, maar het is mijn tijd. Ik heb er hard voor moeten vechten, maar ik heb hem gehaald, en de volgende mijlpaal is bereikt.
‚Je eerste halve marathon ga je nooit vergeten‘, schreef Tiny me, en ik weet dat hij gelijk heeft.

Léonie van den Haak @fabjerennt TRALALALALA *trots op jou*

Mijn bijzondere dank gaat uiteraard naar Günter en Jo, bedankt coaches!!!

Oranjezon

Het weer was beter dan verwacht, geen storm, geen regen, geen winterse buien, die moeten nog komen… morgen misschien. Vandaag was een dag om van te genieten, een volmaakte dag voor een wandeling. Op naar Oranjezon! Voor de eerste, maar zeker niet voor de laatste keer.

Vandaag was een dag met een gouden randje.

Poëzie op woensdag

Als je in een bibliotheek mag werken, dan ben je al een bevoorrecht mens. En als je dan nog eens een hele middag de reserveringen die in groten getale binnenstromen mag verwerken, dan is dan zo’n heel klein beetje de ontdekking van de hemel. Je vindt namelijk zomaar, zonder enige moeite te moeten doen, zonder dat je hoeft te zoeken, kleine juweeltjes. Niet altijd natuurlijk, maar soms wel, en vandaag was zo’n dag…
Ik hield opeens een klein boekje in handen, en ik wist zeker dat het bijzonder was. Ik sloeg de laatste bladzijde open en vond het volgende:

waarom ik schrijf?

soms verhult ‚het leven‘
Het
dat groter is dan het leven
Soms verhullen bergen
Het
dat achter bergen is
dus moeten bergen worden verplaatst
maar ik beschik niet over de nodige
technische middelen
noch de kracht
noch het geloof
dat bergen verzet
dus krijg je het
nooit te zien
dat weet ik
en daarom
schrijf ik

Ik ga de bron graag delen. Het gedicht is van Tadeusz Różewicz, en het boekje heet ‚De rest is zwijgen‘ Poëzie, keuze uit de gedichten 1946 – 2002, verschenen bij De Geus. Ik hoop dat de één of ander die dit leest er net zo van kan genieten als ik.

Mijmeringen 2

De Bibliotheek2daagse in Groningen is achter de rug. Ik ben er helaas niet geweest, maar ik kan er wel over nadenken en napraten omdat het evenement goed te volgen was via social media en het veelvuldige gebruik hiervan door de 700 deelnemers. Een live-stream was er niet, maar dat werd uitstekend gecompenseerd door de bijna live-blogs van Jan Klerk.
Zeer zeker heb ik ook veel gemist, geen kwestie over. Zo had ik b.v. graag Ernst-Jan Pfauth willen horen praten in de Martinikerk net zoals de directeur van het Museum Boerhave in zijn sessie over ‚Flexibiliteit‘. Een uitleg over ‚SocialMediaCaster‚ door Jeroen de Boer had ik buitengewoon interessant gevonden. En uiteraard had ik de 5 presentaties van projecten willen zien die, gekozen uit meer dan 100, genomineerd waren voor de ‚Innovatieprijs 2011‘. De winnaar was uiteindelijk ‚De verhalencoach‘ en mijn felicitaties gaan nogmaals naar Pieter Offermans en zijn collega’s van Biblioservice Gelderland! Maar de anderen hebben mijns inziens ook respect en applaus verdient, voor hun inbreng, tijd en ideeën.
Als je er zelf niet bij bent, mis je nogal wat. Je mist de ontmoetingen en contacten met collega’s en je mist ook de sfeer, de chemie en wisselwerking onderling die altijd belangrijk is als het om gezamenlijke toekomstplannen gaat.
Maar ook wat dat betreft kwam via social media, twitter om precies te zijn, het één of ander aan ‚atmosferische beelden‘ naar de huiskamer over. De verdeeldheid b.v. die overduidelijk werd tijdens de presentaties en de prijsuitreiking en vooral in de wachttijd daartussen. Dat je voorkeuren hebt is normaal, dat je een of twee favorieten hebt is normaal, maar de manier waarop en de woordkeuze waarmee projecten werden afgekraakt verbaasde me zeer. Sommige hadden b.v. vijf keer ’net niets‘ gezien en twitterden dat het misschien het beste zou zijn de prijs dan maar op te delen. Er werd geopperd dat zo’n presentatie eigenlijk makkelijk was, daarentegen het beantwoorden van vragen uit de zaal kennelijk lastig. En ja, het ging om een flink bedrag, wat had je daarmee niet alles kunnen doen…
Ik voelde plaatsvervangende schaamte opkomen en dacht hoe vreselijk demotiverend dit soort uitspraken voor de collega’s moesten zijn die zoveel tijd en kennis in hun voorstel geïnvesteerd hadden en ook voor de collega’s die achter de schermen hun steun uitbrachten.
Het was ook een leermoment voor mij, thuis achter de pc. Want hoe moeilijk moest het niet zijn zoveel mensen ook maar enigszins op één lijn te brengen en de voorwaarden te creëren om een innovatief proces met succes te introduceren.
Opvallend was ook, dat mensen ‚van buiten‘ welwillender en enthousiaster werden ontvangen. ‚De profeet wordt in eigen land niet geëerd‘. Een waarheid als een koe, nog steeds. De beroemd-bekende Jan Mulder zorgde voor daverend applaus ter afsluiting en ter instemming op de ‚Afterparty‘. Ik durf te wedden dat hij, naast zijn spectaculair optreden geen idee paraat had om de bibliotheken te redden… dat dan weer niet.
Enfin, in mijn TL was ook te lezen, dat iedereen moe en voldaan aan de terugreis begon om de vele indrukken te laten zakken en nog een beetje na te genieten. Ik ben bang dat het daar zo een beetje bij blijft en hoop gelijktijdig dat ik van het precies tegenovergestelde overrompeld word.
Wellicht krijgen ook mijn vervolgmijmeringen enkele RT’s, misschien krijg ik via twitter weer bemoedigende woorden van gelijkgestemde zielen, ik ben benieuwd. Maar wat hebben we van meneer Pfauth geleerd? Het internet is vluchtig. Haast alles is de volgende dag alweer vergeten. Uiterlijk met de feestdagen is de Bibliotheek2daagse in Groningen sneeuw van gisteren en ontlokt slechts nog een ‚Ach ja, das waar ook‘.

Jos

Soms gaat het raar in het leven. Gisteravond had ik net enkele foto’s van de begraafplaats in Venetië op mijn blog gezet toen er een tweet langskwam die verontrustend was. Tanja, de vrouw van Jos van der Vleuten, werd heel veel sterkte toegewenst… en dan weet je onmiddellijk dat er iets goed mis is. Op Google vond ik de bevestiging. De oudwielrenner Jos van der Vleuten was overleden, hij was 68 jaar oud.
Ik mocht hem drie keer ontmoeten, Jos en zijn vrouw Tanja. De omstandigheden zaten vol toevalligheden. Mijn man G. is al jaren lid van tourclub Theo Middelkamp. De ‚jongens‘ fietsen samen op zondag, nou ja fietsen, ze vliegen meer dan dat ze fietsen. Hier leerde hij Jos en Tanja kennen.
Ik was toendertijd heel vaak onderweg met de bibliobus en samen met mijn collega’s begonnen we leuke kleine tentoonstellingen in te richten, afhankelijk van seizoenen, actuelle gebeurtenissen en klantenwensen. De Tour de France zat er aan te komen, dus wilden we uiteraard een mooie collectie boeken over wielrennen presenteren en bovendien net iets meer.
Op dit moment viel de naam Jos van der Vleuten weer, hij had immers meerdere malen deelgenomen aan de Tour de France. We belden, we maakten een afspraak, we gingen even langs bij Jos en Tanja. Vol trots liet hij ons de herinneringen zien uit zijn wielrennertijd, en dat waren nogal wat. Alles was bewaard gebleven, oude wielrenneroutfits, foto’s, krantenartikel enz.. Bij èèn van die krantenstukjes had zijn moeder een krabbel gezet: ‚Onze grote Jos!‘ Ontroerend om te lezen, ook voor hem. En ja hoor, ik mocht meenemen wat ik maar wilde, Jos deed er niet moeilijk over, kies maar… Ongekend. En na het ‚zakelijke‘ gedeelte lekker in de tuin, in het zonnetje, en ademloos luisteren naar de verhalen van vroeger, van de Tour en over andere beroemdheden uit de wielerswereld. En verhalen vertellen konde Jos.
Nadat onze kleine tentoonstelling in de bus klaar was, kwam Jos hoogstpersoonlijk kijken, bij stromende regen, ik weet het nog precies. Hij zei niet veel, maar ik zag dat hij het goed vond en mooi ook, en dat hij ook een heel klein beetje trots was.
Na enkele weken brachten we alles keurig en netjes weer terug, en opnieuw mochten wij genieten van de gastvrijheid en hartelijkheid in huize van de Vleuten.

Ik denk heel veel aan Tanja, want haar Jos is er niet meer.

San Michele

In mijn TL kwam net een mooi plaatje langs, een foto van San Michele. Venetië is mijn stad, mijn favoriete plek om te zijn, de plek waar ik vaak aan denk, vaak over droom en waar ik spontaan naar kan verlangen, en gelukkig ook een plek waar ik mee zonder moeite in mijn fantasie naar kan verplaatsen. Ik ben er tot nu toe drie keer geweest. Iedere keer voor ruim een week. In mijn eentje ben ik op ontdekkingsreis gegaan in een stad waar ik me vanaf het eerste moment thuis voelde. Eèn van mijn lievelingsplekken is San Michele met zijn begraafplaats. Een magische plek net even buiten de stad vol magie en wonderen.

Zondag in Zeeland

De weersvoorspelling was niet zo best, maar er stond een duurloop van 90 minuten op mijn schema, en daar had ik al de hele week naar uitgekeken. Dus drinkgordel om, twee kleine flesjes met water en een gelletje voor onderweg en mijn fototoestel in mijn jaszak. Niet dat laatstgenoemde werkelijk lekker loopt, maar het is zo fijn om foto’s mee naar huis te nemen.
Vandaag lag het mooie fietspad tussen Middelburg en Vlissingen op mijn route. Hier kwam ik ook nog andere meisjes tegen die aan het trainen waren… ik hoop dat zij en hun begeleidster mijn site met de foto kunnen vinden, anders zien we mekaar vast en zeker een andere keer weer… op een zondag in Zeeland.